DE LIPOLYSE METHODE
update 11July05  

LIPOLYSE pakt Obesitas-cellen aan die niet meer deelnemen aan het natuurlijke proces van vetopslag en vetafgifte.
Obesitas- of Adipose-cellen zitten in het bindweefsel onder de huid. Hun taak is vetzuren, die door de darmen uit het voedsel zijn gehaald maar nog niet nodig zijn voor lichaamsarbeid, tijdelijk op te slaan.
De cellen bouwen vetzuren op tot vet (vetsynthese) en slaan dit op als bolletjes. Door enzymwerking kan dit vet weer in vetzuren worden ontleed, wanneer het lichaam er om vraagt.

Wanneer een mens gedurig meer eet dan voor lichaamsarbeid nodig is, wordt op vele van de Obesitas- cellen nooit een beroep gedaan om het opgeslagen vet af te breken en beschikbaar te stellen.
Dan wordt op den duur het vermogen van deze cellen om vet af te geven inactief.
Gewichtsreductie methoden hebben wel effect op nog actieve Obesitas-cellen maar nauwelijks effect op de inactieve cellen.
De inactieve Obesitas-cellen worden aangetroffen op heupen en billen ("rijbroek"), op de dijen, bij knieën kuiten en enkels, op de buik, in de nek.

LIPOLYSE (lipos=vet, lysis=losmaken) wordt ter plekke toegepast om het vet van daar aangetroffen inactieve cellen te ontleden en af te voeren.

 
«  pagina_top   
  
.
 verder naar : "de Lipolyse-behandeling"
«  pagina_voet
«  English text
«  auf deutsch
OBESITAS CELLEN WORDEN INACTIEF
Obesitas cellen waarvan het opgeslagen vet nooit wordt aangesproken worden inactief.
De circulatie in de fijnste bloedvaatjes en in de lymphevaten is onvoldoende, de capillaire permeabiliteit (=doorlatendheid) wijzigt, het onderhuids bindweefsel verandert. Dit proces verloopt in 4 stappen van kwaad tot erger:

  1. het weefselvocht wordt onvoldoende afgevoerd, het weefsel wordt "sompig"; 
  2. afvalproducten van de celstofwisseling kunnen niet meer worden afgevoerd, worden ingekapseld;
    door verdikking (polymerisatie) kan het vocht nòg slechter weg; 
  3. de structuur van de hypodermis (onderhuid) wordt een vlechtwerk van vezels: dit toont als de zg. sinaasappelhuid; 
  4. het weefsel verhardt, "sclerosering". 
Het resultaat van stap vier wordt "cellulitis" genoemd. Dit is niet terecht omdat "-itis" voor ontsteking staat en die treedt zelden op.